In 2015 heeft het kabinet Rutte-2 de Jeugdzorg gedecentraliseerd naar de gemeenten na eerst een forse hap genomen te hebben uit het beschikbare budget. Bijna dagelijks kunnen we in de media horen en lezen over problemen in de Jeugdzorg: te weinig geld, wachtlijsten, op winst loerende zorgondernemers en last but not least jongeren die niet de hulp en ondersteuning krijgen die zij zo nodig hebben. Binnen die context bereidt de gemeente Haarlem (D66-wethouder Botter) samen met de andere gemeenten in Zuid-Kennemerland en IJmond de nieuwe aanbesteding voor, oorspronkelijk ingaande per 1 januari 2022, maar inmiddels minstens een half jaar uitgesteld. Voor Haarlem alleen al gaat het daarbij om een bedrag van ruim 300 miljoen euro voor een periode van negen jaar!
De tot nu toe aan de Raad gestuurde stukken geven de fractie nog niet het vertrouwen dat we daarmee op de goede weg zijn. Geen goede analyse van de problematiek van de doelgroep (de jongeren), geen goed beeld van het bestaande aanbod, geen adequate beschrijving van het te voeren beleid (inclusief de zo gewenste verschuiving naar meer preventie), een nauwelijks onderbouwde voorkeur om in zee te gaan met slechts een zeer beperkt aantal zogeheten strategische partners en een tot op heden in mist gehuld bekostigingsmodel.
Kortom, volgens de fractie reden voor een pas op de plaats om deze omvangrijke aanbesteding inhoudelijk en procedureel veel beter voor te bereiden waarbij de hulp van externe deskundigen en de Jeugdautoriteit ingeroepen zou moeten worden. Bovendien zou wat ons betreft, anders dan het College wil, de Raad het laatste woord moeten hebben.
Om dit te bereiken dienden wij samen met de ChristenUnie, de Actiepartij, de SP en Trots Haarlem in de Raadsvergadering van 6 april 2021 een motie in. Helaas heeft deze het niet gehaald. Wel is er een duidelijk signaal mee afgegeven en vormt deze motie voor onze fractie het markeringspunt voor het meer dan gemiddeld kritisch volgen van het College op dit onderwerp. Het gaat tenslotte om onze Jeugd!