Door op 7 november 2014

Inbreng Jeroen Fritz over Begroting 2015

Afgelopen week debatteerde de Haarlemse gemeenteraad over de begroting 2015. Lees hier mijn verhaal in eerste termijn terug. De tekst is niet letterlijk zo uitgesproken, maar vormde wel de hoofdlijn van mijn verhaal.

‘All politics is local’

‘All politics is local, alle politiek is lokaal’. Deze stelling is afkomstig van Tip O’Neill, de progressieve oud-voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden ten tijden van Reagan en Carter. Hij bedoelde er verschillende dingen mee.

Ten eerste letterlijk: alle politiek is lokaal. Alles wat er politiek gebeurt, in dit stadhuis, in Den Haag of op het wereldtoneel, heeft zijn weerslag lokaal, in de wijken. Dat weten we in Haarlem als geen ander. We hebben deze zomer gezien hoe een conflict ver weg, in Oekraïne, een gezin heeft weggerukt uit onze stad. We zien hoe de strijd in Irak en Syrië leidt tot radicalisering van jongeren in onze wijken. En we zien hoe besluiten die in Den Haag worden genomen over bijvoorbeeld de zorg, grote invloed hebben op het dagelijks leven van vele Haarlemmers.

Maar het is ook een opdracht aan politici. Snap wat er lokaal leeft, bij de mensen in de stad, in de wijken. En bekommer je om wat hen dagelijks bezig houdt. Omdat recht doen aan mensen, aan hun alledaagse wensen, verlangens en problemen, de essentie van politiek is. De essentie van politiek zou moeten zijn.

Hier heb ik afgelopen weken en maanden wel eens aan gedacht. Want wat zijn we afgelopen tijd met ons zelf bezig geweest. Met debatten over personen, over de toon, over ons zelf. Ik wil niets afdoen aan het belang daarvan, het is goed dat deze debatten zijn gevoerd. Maar het is niet waar de gewone Haarlemmers zich druk over maken. Die maken zich druk over hun baan, of hun ouders wel goede zorg krijgen en of hun buurt prettig en veilig is.

Dat is althans wat wij horen, als wij langs de deuren gaan. Vorige week nog in de Indischebuurt. Niemand begon over Cassee. Niemand begon over geruzie bij D66. En niemand begon over de toon van de VVD. Wel hadden mensen het over werk, over de zorg, over veiligheid in de wijk. Dat is waar Haarlemmers zich druk over maken.

Mijn oproep vandaag aan ons allemaal is: laten we vandaag een nieuwe start maken. We hebben ons lang genoeg met onszelf bezig gehouden. Laten we de opdracht van Tip O’Neill serieus nemen: wat meer stad en wat minder stadhuis. De Haarlemmers verdienen dat.

Wij willen weer trots kunnen zijn op wat we hier in de raadszaal doen. Zo trots, dat we ook willen dat meer mensen dat kunnen volgen. MOTIE CAMERA’S IN DE RAADSZAAL

Vliegende start

Het haalde misschien niet altijd de voorpagina van NRC of het Parool, maar dit college heeft een vliegende start gemaakt. Tal van speerpunten uit ons coalitieakkoord zijn nu al omgezet in nieuw beleid.

  • Merijn Snoek: loting middelbaar onderwijs
  • Jack van der Hoek: opvang dak- en thuislozen
  • Cora-Yfke Sikkema: extra geld voor duurzaamheid, groen en fietsen
  • Bernt Schneiders: binnen paar weken nieuw screeningsbeleid voor wethouders
  • Joyce Langenacker: 7 ton extra voor bestrijding van armoede

Maar er is ook nog veel te doen. Ik beperk me in het vervolg van mijn verhaal tot twee grote uitdagingen:

  • Nieuwe taken zorg en werk
  • Het op orde brengen van de financiën

2015 jaar van het sociaal domein

2015:

  • International Year of Light
  • Chinese jaar van het Schaap
  • Het jaar van de mijnen.
  • Vincent van Gogh Jaar.

Maar voor Haarlem is 2015 vooral het jaar van het sociaal domein. Het jaar waarin de gemeente belangrijke taken krijgt op het gebied van zorg, jeugd en werk.

Dat betekent verandering. En verandering is niet altijd leuk. Het kan pijn doen. We stappen het onbekende in, en dan maak je wel eens een misstap. Misschien zullen we zelfs wel eens een verkeerde weg in slaan, even verdwalen.

Maar de PvdA is er van overtuigd dat de veranderingen op het gebied van zorg en werk, uiteindelijk een verbetering zullen zijn. Omdat we lokaal mensen beter naar werk kunnen begeleiden. Omdat zorg in de buurt beter is dan zorg ver weg. En omdat we er lokaal eindelijk voor kunnen zorgen dat niet 17 verschillende instanties zich met een gezin bezighouden, maar er één aanspreekpunt komt, één plan per gezin.

Het biedt enorme kansen, maar ook onzekerheid. En die kansen en onzekerheid horen wij ook van mensen die wij spreken in de stad.

Zo spraken we met Diana, een medewerkster in de thuiszorg. Zij zag best mogelijkheden om tijd en dus geld te besparen. “Voor sommige mensen heb ik zes uur de tijd, maar ik heb na drie uur echt dat huis helemaal aan kant. Maar geef me dan ook de kans om bij die mevrouw van 95 iets meer te doen dan ik nu mag, want met haar gaat het eigenlijk helemaal niet goed.” Vanaf 2015 hebben we meer ruimte voor maatwerk. Dat moet ertoe leiden dat Diana haar tijd zo kan inzetten, dat iedereen de zorg krijgt die men nodig heeft. Zorg zonder stopwatch noemen wij dat.

En we spraken met Wesley en zijn ouders. Wesley is 16 en heeft aangeboren medische problemen. Hij ontvangt goede zorg, zit op de regenboog en is intelligent. De zorg voor Wesley wordt de laatste tijd wat zwaarder voor zijn ouders, dus ze zoeken iemand om hem af en toe ’s ochtends uit bed te halen, te douchen en aan te kleden. Op tijd, want om half acht komt het vervoer dat hem naar school brengt. Dat vervoer, daar zijn ze nu heel tevreden over. Maar het kostte ongelooflijk veel moeite om iemand te vinden die Wesley om half zeven uit zijn bed kan halen. Het is namelijk te vroeg: de normale diensten beginnen om zeven uur, terwijl hij om half zeven uit zijn bed moet. Een halfuurtje dat het verschil maakt tussen wel of niet op tijd zijn voor de bus, en dus wel of niet gewoon naar school kunnen. Laten we in Haarlem de zorg zo organiseren, dat het Wesley helpt om naar school te gaan, in plaats van hem belemmert.

En tenslotte spraken we met Femke. Femke krijgt een Wajong-uitkering, maar legt zich daar niet bij neer. Via loondispensatie kon zij aan de slag bij een gewone werkgever, gewoon tussen collega’s in plaats van in een sociale werkplaats. In de toekomst kunnen we mensen aan het werk helpen via loonwaardesubsidie. Werkgevers krijgen dan het verschil tussen de daadwerkelijke productiviteit van een werknemer en het minimumloon als subsidie. Maar Femke heeft een progressieve ziekte. Haar productiviteit zal dus verder afnemen. Komt zij daar dan nog wel voor in aanmerking, vraagt Femke zich af?

Al deze verhalen laten zien dat er kansen liggen. Kansen op zorg zonder stopwatch door Diana. Zorg die Wesley helpt bij zijn opleiding, in plaats van dat het hem belemmert. En een baan voor Femke in een gewoon bedrijf, in plaats van in een beschutte sociale werkplaats.

Maar alle verhalen laten ook onzekerheid zien. Onzekerheid over de komende veranderingen, de stap in het onbekende. En die onzekerheid voelen wij zelf ook. We willen het goed doen, maar kunnen niet garanderen dat er geen fouten gemaakt worden.

Afgelopen donderdag was misschien wel één van de belangrijkste raadsvergaderingen die ik ooit heb meegemaakt. En niet om de redenen die iedereen in de krant heeft kunnen lezen. We hebben die avond nog iets anders gedaan. We hebben alle verordeningen voor de veranderingen op het gebied van zorg en werk vastgesteld. Haarlem is daarmee klaar voor de verandering. En dat is een groot compliment waard aan al diegenen die daar de afgelopen tijd keihard aan hebben gewerkt.

Maar het echte werk begint nu pas. We gaan volgen hoe het gaat. En we gaan bijsturen waar nodig. Wij verwachten van het college goede monitoring. Maar ook zelf gaan wij actief volgen hoe het gaat. Afgelopen maandag organiseerden we al een drukbezocht debat over de nieuwe participatiewet, en komend jaar zullen wij een soortgelijk debat organiseren over hoe het gaat in de zorg. Om van de mensen zelf te horen hoe het gaat. We hebben een ombudsteam, blijven langs de deuren gaan en blijven in gesprek met de mensen waar het om gaat. En wanneer het niet goed gaat, zullen wij dat hier in de raad aan de orde stellen.

En gelukkig hebben we de reserve sociaal domein, die in totaal wordt gevuld met 9,7 miljoen euro extra geld. Die reserve heeft drie doelen: financiële risico’s beperken, zorgen voor een zachte landing in de eerste jaren en zorgen dat iedereen de zorg en ondersteuning krijgt waar men recht op heeft. Aan het eerste doel wordt in de begroting uitgebreid aandacht besteed, maar we missen aandacht voor het tweede en derde doel. Wanneer blijkt dat mensen niet de zorg of ondersteuning krijgen waar men recht op heeft, dan zullen wij niet schromen de reserve aan te spreken om te zorgen dat dat alsnog gebeurt.

Een belangrijk instrument om meer mensen aan het werk te helpen is het lokaal sociaal akkoord. Als eerste gemeente van Nederland gaat Haarlem zo’n akkoord sluiten met werkgevers, werknemers en onderwijs. Daarin worden afspraken gemaakt over meer banen voor arbeidsgehandicapten en jongeren. De afspraak is dat dit akkoord er voor het eind van het jaar ligt. Graag horen wij de stand van zaken.

Schulden zijn de basis van veel problemen. Het is dan ook belangrijk dat er geen wachtlijsten zijn in de schuldhulpverlening. Vandaag dienen wij een motie in, die de Rekenkamercommissie vraagt uit te zoeken wat nodig is om wachtlijsten te voorkomen. MOTIE SCHULDHULPVERLENING

Financiën op orde

De tweede en laatste grote uitdaging die ik vandaag wil bespreken is het op orde brengen van onze financiën. Er zijn afgelopen jaren belangrijke stappen gezet, maar we zijn er nog niet. Het risicomanagement en de informatievoorziening aan de raad rond met name grote projecten kan echt nog beter. Als we meer gebiedsgericht willen werken, dan moet ook de begroting meer gebiedsgericht worden ingericht. En de voorspelbaarheid van onze uitgaven is nog onvoldoende.

Wij zien dat er een behoorlijke onderbesteding is, met name bij onderhoud. We doen in een jaar niet wat we ons van tevoren voornemen. Haarlemmers krijgen dus niet wat we hen beloven en wij als raad hebben zo minder invloed op welke projecten er daadwerkelijk gebeuren. Het is een beetje als een loterij: we kopen 10 lootjes en moeten maar afwachten welke 6 of 7 er in de prijzen vallen. Komende jaren zullen we minder kunnen investeren, omdat wij het investeringsvolume gaan terugbrengen. Maar juist dan dringen wij er op aan dat de voorspelbaarheid van uitgaven groter wordt. Dat we aan het begin van het jaar echte keuzes kunnen maken, en erop kunnen rekenen dat de projecten die we kiezen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd.

Ook zijn wij niet tevreden met de overhead. Hoewel die in mensen vergelijkbaar is met andere gemeenten, is de materiële overhead veel hoger: wij begrepen 55.000 per fte tegenover 39.000 in vergelijkbare steden. Daarover bestaat veel onduidelijkheid. Wij wilden hier een motie over indienen, maar hebben gezien dat ook de OPH hiermee bezig is. Wij wachten graag de reactie van het college op hun vragen af, en komen hier mogelijk in tweede termijn op terug.

Tenslotte willen wij meer grip op gemeenschappelijke regelingen. Nu worden wij daarbij geholpen door het Rijk, die met een wetswijziging komt. Wij dienen een motie in die vraagt om met een plan te komen om met deze wetswijzigingen meer grip voor gemeenteraden op de gemeenschappelijke regelingen mogelijk te maken. MOTIE GEMEENSCHAPPELIJKE REGELINGEN

All politics is local

All politics is local, daar begon ik mijn verhaal mee. En die lokale politiek wordt alleen maar belangrijker. We krijgen de komende jaren de verantwoordelijkheid over werk, jeugd en zorg. Zaken die mensen echt raken, die het verschil kunnen maken in het leven, zaken waar mensen ’s nachts wel eens van wakker liggen. Een enorme verantwoordelijkheid, maar ook een kans. Samen met u allen wil de PvdA deze verantwoordelijkheid nemen. En samen met u allen willen wij de kansen benutten. Niet voor ons zelf, maar voor al die Haarlemmers die ons hun vertrouwen hebben gegeven. Laten we dat samen doen.