Een kijkje in de keuken van de Haarlemse voedselbank
258 Haarlemse huishoudens maken gebruik van de voedselbank. Alleenstaanden, samenwonenden en gezinnen. Elke dinsdag halen zij hun voedselpakket op bij een van de uitdeelpunten in de stad. Bernard Luttikhuis is voorzitter van het bestuur van de Voedselbank Haarlem en omgeving. Hij vertelt over de klanten, de vrijwilligers en de werkwijze van de voedselbank.
De Haarlemse voedselbank is gevestigd in de Fietsznfabriek aan de Oostvest, vlakbij de Koepel en de Amsterdamse poort. Het gebouw ken ik nog uit mijn studententijd. Ik kwam er vaak, bijna wekelijks. Om een hapje te eten, een spelletje te spelen en aan het einde van de avond om te dansen. Het gebouw is daarna nog gebruikt als tijdelijk onderkomen voor het Patronaat terwijl hun oude onderkomen werd gesloopt en nieuw gebouwd. Als ik het gebouw aan de Oostvest binnen kom roept het daarom direct herinneringen op. De oude bar staat er nog, maar op de grote vloer staan nu kratten opgestapeld en er is een lange tafel die wordt gebruikt voor het inpakken van de voedselpakketten.
“Ik krijg een rondleiding door de zalen waarin ik vroeger stond te dansen. De oude bar staat er nog, maar op de grote vloer staan nu kratten opgestapeld.”
De klanten van de voedselbank
Hier ontmoet ik Bernard Luttikhuis. Hij is voorzitter van het bestuur van de Voedselbank Haarlem en omgeving en vertelt over de klanten, de vrijwilligers en de organisatie. Bernard vertelt dat na de start van de financiële crisis in 2008 er niet direct een toename was in het aantal klanten van de voedselbank. Luttikhuis: “Als er spaargeld was maakten mensen dat blijkbaar eerst op of mensen deden eerst een beroep op familie en bekenden. Na een aantal jaren was er toch een toename in het aantal klanten. Zo sterk zelfs dat het de vraag opriep hoeveel klanten de bestaande organisatie eigenlijk kon bedienen. Er werd een grens gesteld, maximaal 400 huishoudens zouden kunnen worden geholpen.” Dat aantal werd niet gehaald en na een aantal jaren van groei neemt het aantal afnemers van een voedselpakket nu weer licht af. Luttikhuis: “Het lijkt er op dat weer wat meer mensen een baan kunnen vinden, al is het maar voor een dag in de week. Zij komen dan al snel niet meer in aanmerkingen voor een voedselpakket.”
Mensen kunnen maximaal drie jaar gebruik maken van de voedselpakketten en komen er alleen voor in aanmerking als het besteedbaar maandelijks inkomen onder de €180 per week ligt (voor een alleenstaande). Aanvragen worden behandeld en getoetst door Kontext, een organisatie voor welzijn en maatschappelijke dienstverlening. Klanten van de voedselbank zitten bijvoorbeeld in de schuldsanering, worden begeleid bij het beheren van hun financiën of vallen tijdelijk tussen wal en schip omdat zij bijvoorbeeld enkele weken moeten wachten op een bijstandsuitkering. Het voordeel van de voedselbank is dat er snel kan worden gehandeld en hulp wordt geboden als dat nodig is. Luttikhuis: “Een relatief nieuwe groep klanten waren de ZZP’ers of mensen met een 0-uren contract die de eindjes niet meer aan elkaar konden knopen. Dat is de groep die nu als eerste weer werk vindt en geen gebruik meer maakt van de voedselpakketten.”
Luttikhuis: “Het lijkt er op dat weer wat meer mensen een baan kunnen vinden, al is het maar voor een dag in de week.”
Discussie over de noodzaak van de voedselbank
Het bestaan van de voedselbank is politiek gezien niet vanzelfsprekend. Sommigen politici beschouw(d)en de taak van de voedselbank als een collectieve taak waarvoor de overheid zou moeten zorgen. Dat vervolgens in de praktijk bleek dat sommige mensen desondanks geen geld genoeg hadden om voor eten te zorgen was voor diezelfde politici op z’n zachtst gezegd geen fraaie situatie. De voorzitter van de voedselbank zegt: “Die discussie heeft er voor gezorgd dat ook binnen de voedselbank duidelijker werd wat het doel was van de organisatie: het bieden van hulp bij armoede, het tegengaan van verspilling van voedingsmiddelen en het signaleren van armoede.” Mensen kunnen dan ook niet structureel gebruik maken van de voedselbank: de maximum termijn is drie jaar. Zo’n 40% van de klanten hebben binnen die termijn de voedselbank niet meer nodig. Andere klanten worden doorverwezen omdat zij andere hulp nodig hebben zoals bijvoorbeeld het goed beheren van hun financiën.
Juist de manier waarop vandaag de dag mensen worden geholpen bij het beheren van hun financiën baart Luttikhuis zorgen, hij vertelt: “Deze begeleiding wordt door de gemeente uitbesteed aan commerciële aanbieders die niet allemaal goed werk leveren. Zij brengen bijvoorbeeld kosten in rekening voor hun eigen werkzaamheden terwijl niet noodzakelijke hoge uitgaven van de mensen die zij moeten begeleiden niet worden aangepakt. Klanten lijken daarmee niet geholpen. Er is zelfs een kans dat hun (financiële) situatie verslechtert in plaats van verbetert!” Luttikhuis pleit er daarom voor deze diensten niet uit te besteden maar de gemeente dit in eigen beheer te laten houden. Zo kan er naar zijn mening ook beter maatwerk in de begeleiding worden geleverd en controle worden uitgeoefend. Over de samenwerking met de gemeente is Luttikhuis over het algemeen zeer tevreden. De organisatie maakt kosteloos gebruik van de Fietsznfabriek waarvoor anders ongeveer €30.000 per jaar zou moeten worden betaald.
Vrijwilligers maken de voedselbank
Het werk van de voedselbank wordt volledig uitgevoerd door vrijwilligers. Zij organiseren de acties bij supermarkten om levensmiddelen te verzamelen, zij onderhouden contacten met bedrijven voor versproducten, zij stellen de voedselpakketten samen en verspreiden het over de stad. Sommige vrijwilligers doen met hun werk bij de voedselbank werkervaring op waarmee ze later kunnen doorstromen naar een reguliere baan op de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd is dit ook een punt van zorg voor Luttikhuis, zo vertelt hij: “De organisatie is afhankelijk van vrijwilligers, sommigen werken meer dan 15 uur per week bij ons. Sommige vrijwilligers zijn relatief oud en hebben bijvoorbeeld nog een sollicitatieplicht. Hun uitzicht op regulier vast werk is soms zeer beperkt. Waarom is het niet mogelijk hen van de sollicitatieplicht te ontheffen en de kans te bieden bij de voedselbank te blijven werken? Het zou mooi zijn als ook hierin maatwerk zou kunnen worden geleverd. Ik weet dat het in andere gemeentes gebeurt, dus waarom zou het hier in Haarlem niet kunnen?”
Luttikhuis: “De organisatie is afhankelijk van vrijwilligers, sommigen werken meer dan 15 uur per week bij ons.”
Ik krijg een rondleiding door de zalen waarin ik vroeger stond te dansen. Houdbare levensmiddelen staan keurig in verschillende rijen met stellingkasten. Twee grote koelcellen houden verse levensmiddelen koel. Speciale dozen zorgen er ook voor dat deze spullen koel blijven als ze worden verspreid over de verschillende uitdeelpunten in de stad. De houdbare levensmiddelen worden ingezameld tijdens supermarktacties waarbij mensen worden opgeroepen om extra boodschappen te doen en in te leveren voor de voedselbank. Maar ook worden er levensmiddelen ter beschikking gesteld door ondernemers uit de regio.
Een tijdelijk steuntje in de rug
Na ruim een uur stap ik weer op mijn fiets. Onder de indruk van de professionele aanpak van een organisatie die voor het overgrote deel draait op het werk van vrijwilligers. Zij zorgen ervoor dat elke week vele Haarlemmers hulp krijgen van de voedselbank. Natuurlijk wil je eigenlijk niet dat deze hulp nodig is, dat mensen gewoon voldoende geld hebben om de eigen boodschappen te betalen. In de praktijk blijkt dat het werk van de voedselbank noodzakelijk is om mensen tijdelijk te helpen met een voedselpakket. Met die hulp is natuurlijk niets mis, zeker niet als er ondertussen bijvoorbeeld voor wordt gezorgd dat mensen weer uitzicht krijgen op een baan, worden geholpen met het op orde krijgen van hun financiën of gebruik kunnen maken van andere regelingen die hen kunnen ondersteunen.
Kijk op deze website voor meer informatie over de Voedselbank Haarlem en omgeving.
Dit artikel maakt onderdeel uit van De Vooruit, een sociaal-democratisch online nieuwsplatform. Het uiteindelijk doel van De Vooruit is om de verhalen, ervaringen en dromen van mensen onder woorden te brengen. Hun verhalen vormen de basis van ons politieke werk. Ze zetten ons aan het denken en zorgen er voor dat we in actie komen. Waar nodig of mogelijk leggen we de verbinding met onze ombudsteams, die mensen snel en deskundig met raad en daad bijstaan.