Op donderdag 28 januari 2021 is de gemeenteraad van Haarlem akkoord gegaan met het voorstel van onze wethouder Floor Roduner om te komen tot een Participatiebedrijf Zuid-Kennemerland (Haarlem, Heemstede, Bloemendaal en Zandvoort). De missie van deze organisatie is om mensen met een (soms heel grote) afstand tot de arbeidsmarkt te ondersteunen in het zoeken naar en vinden van betaald werk. Nog meer dan in de huidige situatie zal de focus gericht zijn op samenwerking met partners in de stad en de dorpen.
Het gaat daarbij om de volgende groepen:
- De mensen die vroeger vielen onder de sociale werkvoorziening;
- De mensen die nu vallen onder het zogeheten nieuw beschut werk;
- Jongeren met schooluitval die geen startkwalificatie hebben;
- Werkzoekenden met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt;
Het Participatiebedrijf zal worden georganiseerd in de vorm van een Gemeenschappelijke Regeling (GR) waarmee meer dan in de huidige situatie een democratische controle mogelijk gemaakt wordt.
Onder de doelgroepen van het Participatiebedrijf zullen niet vallen enerzijds werkzoekenden zonder afstand tot de arbeidsmarkt en anderzijds mensen met een onoverbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt. Dat betekent dat het College wil dat de huidige activiteiten en zorg voor de deelnemers van Werkdag en het buurtbedrijf uit Werkpas (arbeidsmatige dagbesteding) zo naadloos mogelijk worden overgedragen aan andere organisaties in de stad. Dit is wat de fractie betreft nog een cruciaal aandachtspunt. In de Commissie Samenleving en de Raad heb ik aangegeven dat zeker gesteld moet worden dat deze activiteiten zowel qua kwaliteit en als qua kwantiteit voor de deelnemers daaraan gewaarborgd moeten worden. En dat dat duidelijk aangetoond moet zijn op het moment waarop de Raad moet gaan beslissen over de formele oprichting van deze Gemeenschappelijke Regeling (GR). Onze wethouder heeft dat toegezegd.
Bij dit alles is het goed ons te realiseren dat er na de TK-verkiezingen en de formatie van een nieuw kabinet ook vanuit 070 nog nieuwe en socialere besluiten kunnen komen over hoe wij als maatschappij willen omgaan met mensen die op de arbeidsmarkt een zetje in de rug nodig hebben.