Failliet! En dan?
Vorige week besloot de gemeenteraad op initiatief van o.a. de PvdA om de schuldhulpverlening te verbeteren. Maar wat gebeurt er met je wanneer je bent aangewezen op schuldhulpverlening? Gerben Brakeboer vertelt in een column zijn persoonlijke verhaal.
“Vandaag, 30 juli 2012, spreekt de rechtbank het faillissement uit van Beddencentrum Haarlem met het verzoek om toelating WSNP.” De rechter had gesproken en de faillissementsaanvraag die ik de dag ervoor had ingediend werd daarmee bekrachtigd. Ik was failliet en kwam terecht in de schuldsanering. In deze blog deel ik mijn ervaringen met deze ‘rit in de rollercoaster’ .
Precies acht jaar daarvoor had ik de zaak overgenomen van mijn voorganger, na eerst anderhalf jaar bij hem gewerkt te hebben. Acht jaar lang mijn ziel en zaligheid gestoken in mijn onderneming. Op mijn zeventiende ben ik begonnen met werken en op de leeftijd van eenenveertig kreeg ik de kans waarop ik eigenlijk altijd gehoopt had; het zelfstandig ondernemerschap. Ik was zo trots als een pauw en, hoewel ik moest wennen aan mijn nieuwe rol, voelde ik mij als een vis in het water. Maar de afsluiting van de Cronjéstraat in maart 2008, gevolgd door het begin van de crisis in het derde kwartaal van 2008, zorgden ervoor dat het fundament dat ik opgebouwd had begon te wankelen. Vier jaar later viel het doek dus.
Het aanvragen van een faillissement is een fluitje van een cent en min of meer een formaliteit. Uiteraard had ik in de voorgaande maanden al het een en ander gecheckt op Google, om toch een beetje voorbereid te zijn op dat wat gaat komen. De praktijk leerde mij echter dat ik nauwelijks voorbereid was. Direct na de uitspraak van de rechter kreeg ik de naam van de mij toegewezen curator, met het dringende verzoek deze zo snel mogelijk te bellen. Uiteraard heb ik de curator direct gebeld, waarna de ‘rit in de rollercoaster’ kon beginnen. De curator verzoekt niet, maar eist! Je bent in zekere zin in zijn dienst en dient onverwijld te doen wat hij opdraagt. Ik diende een enorme berg aan administratie (die ik gelukkig goed op orde had) aan te leveren, factuuroverzichten, bankafschriften, huurcontracten, eigendomsbewijzen, leveranciersoverzichten en ga zo maar verder. Dagelijks ging de telefoon om weer een of ander document aan te leveren. Bij veel van zijn vragen voelde ik een soort van wantrouwen, alsof ik voor de zoveelste keer een BV had laten ploffen. Maar ik had een eenmanszaak waar ik acht jaar heb lopen ploeteren; niks geen BV-ploffer!
Na ongeveer twee weken werd ik overgedragen van curator naar bewindvoerder. De bewindvoerder hield kantoor op hetzelfde adres als de curator, dus dat was bekend terrein. Mijn vrouw en ik werden uitgenodigd voor een intakegesprek dat ongeveer een half uurtje in beslag nam en dat nu, 3 jaar later, ook het enige ‘livegesprek’ is dat ik ooit met haar gevoerd heb. Zoals gezegd zit je in een soort rollercoaster van gebeurtenissen en is er een hoop dat aan je voorbij gaat, of waarvan je de juiste context gemist hebt. Bij de vraag of ik schuldhulpverlening wilde, of het zelf in eigen handen wilde houden, koos ik voor het laatste; simpelweg omdat dit beter klonk voor mij als ondernemer; zelf in handen houden! Als die keuze destijds duidelijker uitgelegd was, had ik het nooit gedaan. Dan had ik gekozen voor schuldhulpverlening, waar alles uit handen genomen wordt én je wekelijks nog wat geld krijgt om te besteden. Nu betekende einde maand, einde geld en helemaal niets over om te besteden. “Heb je al een uitkering aangevraagd?” Ik vertelde de bewindvoerder dat ik dat nog niet had gedaan, omdat ik dacht dat dit allemaal vanuit hun kantoor geregeld zou worden. Nooit iets mee te maken gehad en dus moest ik z.s.m. naar de Sociale Dienst. Daar blijkt dat datum van aanvraag geldt voor de uitkering, waardoor ik dus nog eens ruim drie weken aan uitkering miste.
De belangrijkste lessen voor iemand die hierin verzeild raakt: Vraag direct een uitkering aan en accepteer schuldhulpverlening!
Gerben Brakeboer