Parkeervisie: kies je voor goud of voor blik?

Donderdag 6 juni stelde de gemeenteraad de nieuwe parkeervisie vast. De PvdA steunt deze visie. Het nieuwe parkeerbeleid leidt namelijk tot een aantrekkelijkere openbare ruimte.

Bezoekers verleiden in de garages te parkeren in plaats van op straat d.m.v. tarifering, uitbreiding van het autoluw gebied met compensatie aan parkeerplekken voor de bewoners, afspraken voor parkeren bij bouwen, meer oplossingen voor het fietsparkeren (bijv. in een deel van de Stationsgarage) onderzoek naar een parkeervoorziening in Oost en naar een distributiecentrum aan de rand van de stad om (zwaar) vrachtverkeer uit de stad te weren, het beter benutten van de Cronjégarage…..

Het zijn zomaar wat voorbeelden uit de Parkeervisie 2030 die jl. donderdag is vastgesteld na een zeer uitgebreid participatie & inspraaktraject.

Complimenten aan iedereen in de stad die heeft meegedacht en meegepraat  en ook aan de wethouder, het college, de ambtenaren en aan de politieke collega’s voor  het uiteindelijke resultaat. Een resultaat dat recht doet aan al die inbreng en participatie en aan onze wensen uit het PvdA-verkiezingsprogramma en het coalitieakkoord.

Het is dan ook bijzonder vreemd dat de VVD zich van deze visie afkeert. De verkiezingsretoriek speelt bij de VVD schijnbaar al een belangrijker rol dan de inbreng van zoveel burgers en organisaties, de leefbaarheid in Haarlem en de gemaakte afspraken in het coalitieakkoord!?

Staat alles in de Parkeervisie? Nee, het is immers een ‘visie’ , veel zal nog worden uitgewerkt op basis van verdere onderzoeken en verkenningen en  dit gebeurt wederom in goed overleg met alle betrokkenen en belanghebbenden.

Wat deze Parkeervisie zo bijzonder maakt, is dat parkeren voor het eerst is bekeken in samenhang met andere (beleids)onderwerpen zoals wonen, economie, duurzaamheid en milieu en  de  kwaliteit van de openbare ruimte. Dat is goed en realistisch. Je kunt parkeren in deze tijd niet meer geïsoleerd bekijken en zeker  niet in een prachtige, maar zo verdichte stad als Haarlem.

In veel Nederlandse steden beseft men inmiddels dat een prettige openbare ruimte het potentiële goud van een stad is. Dat goud hebben wij als Haarlem al aardig goed in handen.  Denk maar aan de inmiddels verworven predicaten als Beste Woonstad, Beste Winkelstad, Beste Werkstad, meest Gastvrije stad en aan de mooie tevredenheidscores voor bereikbaarheid en parkeermogelijkheden gegeven door bezoekers (Bron:  Haarlem City Index 2013) .

Laten we dat goud dus vooral stevig in handen houden en het niet door onze vingers laten glippen door eenzijdig te kiezen voor blik.