Door Diana van Loenen op 26 november 2024

Interview wethouder Diana van Loenen

Sinds twee jaar is Diana van Loenen wethouder voor de PvdA in Haarlem. In haar rol ziet zij toe op belangrijke maatschappelijke thema’s zoals werk en inkomen, minima, schuldhulpverlening, zorg en welzijn en cultuur. Een goede gelegenheid om terug én vooruit te kijken naar haar werk voor de stad, de uitdagingen die zij is tegengekomen, en haar visie op de toekomst van Haarlem.

Je bent nu twee jaar wethouder. Waar ben je het meest trots op in je werk als wethouder tot nu toe?

In het coalitieakkoord is in 2022 opgenomen dat we een ‘actieplan voor Wonen eerst’ zouden opstellen. Mensen die dakloos raken en die echt ondersteuning nodig hebben om hun leven op de rit te krijgen, bijvoorbeeld vanwege mentale issues, komen in de maatschappelijke opvang terecht. We zagen dat mensen steeds vaker heel lang in de opvang zitten en dat dat niet bevorderlijk is voor hun herstel. Uiteindelijk stroomden ze dan, na soms wel jaren in de daklozenopvang, door naar een huis. Met ‘Wonen eerst’ bieden we mensen zo snel mogelijk een huis, in combinatie met de juiste zorg. Op die manier kunnen mensen meteen werken aan het op de rit krijgen van hun leven. In het coalitieakkoord was ingezet op een actieplan, je moet dit immers samen met de corporaties en de zorgaanbieders organiseren. Maar we hebben flink doorgezet en het is niet bij papier gebleven. Afgelopen maand hebben de eerste Haarlemmers op deze manier de sleutel van hun huis gekregen. Zo hebben gezinnen niet eerst lange tijd in de opvang moeten leven op een kamertje. Uiteindelijk willen we helemaal op deze manier gaan werken en dat is een van de grootste uitdagingen voor de komende tijd.

En als je het mij persoonlijk vraagt.. toen ik begon als wethouder wilde ik graag dicht bij mezelf blijven: toegankelijk, oog voor mensen die hulp nodig hebben en veel buiten het stadhuis zijn, in de wijken, bij de organisaties en dichtbij onze inwoners. Ik krijg regelmatig terug van Haarlemmers dat dit lukt en dat het op prijs wordt gesteld dat ik als wethouder veel in de stad ben. Dat zie ik als een groot compliment, maar het geeft mij ook heel veel energie.

Het nieuwe kabinet heeft forse bezuinigingen aangekondigd, zo wordt er gekort op het gemeentefonds en stijgt de BTW op sport en cultuur. Hoe denk je dat deze bezuinigingen de Haarlemse voorzieningen zullen beïnvloeden? En hoe kan je als wethouder de meest kwetsbare inwoners beschermen?

De gemeentefinanciën op orde houden is inderdaad een behoorlijke opgave in deze tijd. Gelukkig heb ik op financiën een hele bekwame collega! Maar ja, het worden inderdaad gure tijden door de keuzes in Den Haag. Bestaanszekerheid staat centraal in mijn werk als wethouder. Zo hebben we in Haarlem er juist voor gezorgd dat meer mensen gebruik kunnen maken van onze minimaregelingen, namelijk ook mensen met een inkomen op 130 procent van de bijstandsnorm. We hebben vooral voor mensen met een laag inkomen veel mogelijkheden in het leven geroepen om hun huis te isoleren en te verduurzamen. Op die manier moeten de energiekosten beperkt blijven. Haarlem mag trots zijn op die energiearmoede-aanpak. Ook ben ik gekomen met een pakket aan versoepelingen voor mensen met een bijstandsuitkering. Zij kunnen nu meer bijverdienen zonder meteen gekort te worden op hun uitkering. Ook jongeren kunnen hun uitkering houden als zij vrijwilligerswerk doen. Dat zijn maar een paar maatregelen die meteen zorgen voor meer bestaanszekerheid, maar ook de kans op een betaalde baan vergroten.

Beeld: gemeente Haarlem. 

Cultuur is een van de thema’s binnen uw portefeuille. Wat is je visie op de toekomst van cultuur in Haarlem, vooral na de impact van de coronapandemie op de culturele sector?

We hebben in Haarlem natuurlijk een ontzettend mooi aanbod van cultuur. Daar staat Haarlem echt bekend om. Maar tegelijkertijd zie je dat er veel onzekerheid in de sector is, over financiering of bijvoorbeeld over huisvesting. We willen in Haarlem meer cultuur in de wijken, en niet alles in het centrum. Zo gaan we een nieuwe bibliotheek bouwen in Schalkwijk en zijn we op zoek naar een goede invulling als een soort culturele broedplaats in de huidige bieb. Het liefst doen we dat met veel ideeën uit de buurt zelf.

Ook hebben we een popcentrum in het Slachthuis in de Slachthuisbuurt gemaakt en dat is nu al een plek waar jonge mensen elkaar kunnen ontmoeten, muziek kunnen maken en ook voor het eerst optreden. Of naar een optreden gaan! We investeren dus vooral in een duurzame toekomst voor onze cultuursector.

De landelijke ontwikkelingen zijn zorgwekkend en ronduit onwenselijk. Cultuur -en daar schaar ik ook boeken onder- is van groot belang in onze samenleving. We doen juist heel veel om kinderen in aanraking te laten komen met cultuur. Het verrijkt je leven en kan ook helpen bij het overkomen van de mentale issues van onze jongeren. We zetten in Haarlem ook juist nadrukkelijk in om kinderen uit gezinnen waar niet veel te besteden is, naar de Schuur of de Stadsschouwburg te halen.

Ik kom zelf uit een gezin waar naar het theater gaan of muziekles volgen geen optie waren. Op mijn 18werd ik pas ‘cultureel actief’, met een CJP-pas toneel ontdekken met een vriendin. Tijdens de coronatijd miste ik dat het meest: met vrienden of met het gezin cultuur opsnuiven, inspiratie opdoen. We moeten er alles aan doen om dat voor iedereen mogelijk te maken.

Welke uitdagingen heb je in deze twee jaar ervaren en hoe heb je deze overwonnen?

Je tijd als politiek bestuurder is per definitie beperkt en ik wil natuurlijk wel het verschil maken. Daarom heb ik na mijn eerste maanden als wethouder een aantal prioriteiten in mijn portefeuilles gekozen, waarop ik samen met de ambtenaren en de stad zoveel mogelijk wil bereiken. Die prioriteiten heb je al een beetje kunnen ontdekken in dit interview, namelijk het vergroten van de bestaanszekerheid van onze inwoners, het verbeteren van ons ‘systeem’ voor dakloze mensen met voldoende mogelijkheden om snel op de juiste plek met de juiste zorg te wonen en ten derde: onze culturele organisaties zoveel mogelijk op goede, vaste locaties, verspreid over de stad.

De ambtelijke organisatie zit vol met supergemotiveerde en deskundige ambtenaren, daar kan ik echt van genieten.

Zorg en welzijn zijn essentieel voor een gezonde stad. Hoe heeft Haarlem tijdens jouw wethouderschap geïnvesteerd in de zorg voor kwetsbare groepen, in tijden van stijgende zorgkosten?

Toen ik begon, stond de stad aan de vooravond van een grote verandering in het welzijnswerk. Waar de gemeente vroeger met meer dan honderd organisaties een subsidierelatie had, is dat per 1 januari 2023 overgaan naar Buurts, een coöperatie van zes organisaties. Uitgangspunt is dat iedere bewoner dichtbij huis, in de wijk, de ondersteuning kan krijgen die hij of zij nodig heeft. Dat kan gaan om hulp bij geldzorgen. Maar ook het aanbod aan activiteiten moet veel meer in de buurten worden georganiseerd. Een mooi voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de Buurtplaats in een aantal bibliotheken. Dan kun je binnenlopen met je vragen over geldzaken. Onze ervaringsdeskundige van de gemeente, Marcella, luistert naar de vragen die je hebt en je kunt meteen hulp krijgen met ingewikkelde brieven of formulieren.

Ook is er de gemeentelijke zorgpolis, vooral voor mensen met een laag inkomen en hoge zorgkosten. Steeds meer mensen hebben die, want dat is voordeliger dan een ‘gewone’ zorgverzekering.

Maar uiteindelijk wil je toch vooral dat mensen gezond opgroeien en ouder worden in onze stad. Nu leven mensen in de wijken met de lagere inkomens korter en ze hebben veel langer in hun leven te maken met een slechte gezondheid. Dat moet anders! We gaan nu vooral in die wijken aan de slag om de gezondheidsachterstanden te verkleinen.

Hoe kijk je aan tegen de armoedeproblematiek? Wat doet de gemeente om minima en mensen in de schuldhulpverlening te ondersteunen?

Dit is een onderwerp dat hoog op de agenda staat. Ik ben erg blij met de halvering van de schuldsaneringstermijn. Op die manier zijn mensen sneller af van de schulden die als een molensteen om je nek hangen. Hopelijk zorgt het er ook voor dat mensen zich sneller melden met schulden. We doen ook veel aan vroegsignalering. Er wordt al snel contact opgenomen met onze inwoners als ze een betalingsachterstand hebben bij het energiebedrijf of op de zorgverzekering. Dan kunnen we meteen kijken hoe we kunnen helpen. Ik dacht van tevoren ‘Wie staat er nu op te wachten dat de gemeente je dan belt?’ Maar ik heb eens mee mogen bellen en mensen stellen het juist enorm op prijs dat we contact met ze opnemen. Op deze manier bereiken we dus ook steeds meer mensen voordat ze in grote problemen komen. Landelijk blijven we natuurlijk wel onzalige ontwikkelingen agenderen, zoals het achteraf betalen en de gokreclames. Vooral jongeren komen op die manier snel in de schulden. Wij hebben weliswaar een innovatief programma voor jongeren met schulden (NewFuture), maar voorkomen is nog altijd beter dan genezen!

Met welke nieuwe initiatieven of projecten kunnen inwoners van Haarlem in de komende jaren rekening houden?

Hoewel het grootste deel van het coalitieakkoord inmiddels is gerealiseerd, zit ik nog boordevol ideeën. Om er een paar te noemen: Ik kijk met jaloezie naar het project Tijdelijk Onderdak in Amsterdam. Leegstaande panden worden gebruikt voor spoedzoekers. Hoewel we in Haarlem veel betaalbare huizen bouwen, vallen er natuurlijk mensen tussen wal en schip die ontzettend gebaat zouden zijn bij een plek waar ze op adem kunnen komen. Wat mij betreft zoeken we de komende tijd actief naar extra plekken. Dat valt niet mee, want zo’n beetje elk hoekje en gaatje van Haarlem wordt al benut.

Een ander onderwerp waar ik mee bezig ben, zijn de asielzoekers die in Haarlem op de twee aangewezen AZC-locaties komen wonen. Asielzoekers mogen werken, maar in de praktijk zijn er veel barrières die ervoor zorgen dat dat niet mag of niet lukt. Formeel ligt die verantwoordelijkheid bij het COA, maar ik wil toch kijken wat we als gemeente daar nog meer in kunnen betekenen.

Een ander project waar ik mee bezig ben is een ‘social impact fonds’ voor de regio. Dat is geld waarmee je sociale ondernemers kunt ondersteunen. Bijvoorbeeld als zij veel mensen in dienst nemen die niet zomaar bij reguliere werkgevers aan de slag kunnen, of als ze veel doen met duurzaamheid.

En, last but not least, we kijken naar de huisvesting van het Frans Hals Museum. Het museum beheert de gemeentelijke kunstcollectie (de beroemde Halsen hingen vroeger op het stadhuis!). Maar ze zitten op twee locaties die eigenlijk niet voldoen aan hun museale functie en het zou beter zijn als het museum op één locatie zit. Daarom onderzoeken we nu of dat kan met een verbouwing. Ik vind dat we zuinig moeten zijn op ons gemeentelijke erfgoed en de huisvesting goed moeten regelen.