Door op 28 augustus 2015

Speech Bernt Schneiders bij herdenkingsdienst Bert Bruijn

Burgemeester Bernt Schneiders sprak vandaag bij de herdenkingsdienst voor Bert Bruijn. Bert overleed zaterdag 8 augustus in Mutare. U kunt de speech van Bernt Schneiders hier lezen.

Toen het bericht kwam dat Bert was overleden, was de reactie er een van ongeloof.

Hij was een paar jaar geleden ziek geweest. Maar dat leek overwonnen en na zijn pensioen was Bert vertrokken om vol passie en energie de basis voor een nieuw leven in Zimbabwe te leggen. In een eigenhandig gebouwd huis.

Precies zoals we Bert kennen. Altijd actief en altijd vol initiatief.

Ik kan me nog goed herinneren dat ik Bert leerde kennen. Het was ergens in de tachtiger jaren toen ik net afgestudeerd en net werkend in Haarlem besloot om lid te worden van de Partij van de Arbeid.

In het Haarlems Dagblad las ik over de spraakmakende politici van die tijd.      Ab van Schooten, Wiebe Koster, Jan Haverkort, en Bert Bruijn.

De ledenvergaderingen vonden elke maand plaats en waren drukbezocht. Dat was helemaal het geval toen er gesproken zou worden over het voornemen om de Verenigde Polders bij Schalkwijk te gaan bebouwen omdat Haarlem woningnood had en moest groeien naar 175000 inwoners.

Het zaaltje in het Rosenstock Huessyhuis was niet alleen bomvol maar ook vervuld van een dikke nevel van sigarettenrook. Ik was benieuwd om die spraakmakende politici nou eens in levende lijve te zien.  De avond begon en een wethouder in trui zonder een overhemd eronder, maar met baard en snor stond met grote armgebaren te vertellen dat het een schande was dat mensen met een krappe beurs geen huis konden vinden.  Na enkele minuten werd hij onderbroken door een politieman die zich van achter in de zaal meldde. Of wethouder Bruijn misschien zijn Renault 4 die hij pal voor de deur had geparkeerd even weg kon zetten. De wethouder antwoordde dat de agent toch wel kon zien dat hij bezig was en dat men maar even geduld moest hebben tot de pauze , om daarna zijn verhaal voort te zetten.

Dat was dus die Bert Bruijn. Gedreven en onverstoorbaar en voor niets of niemand bang. Hij was de wethouder van Volkshuisvesting die in het coalitieakkoord had afgesproken dat er in vier jaar vierduizend woningen zouden worden gebouwd. In de huidige tijd van inspraak en participatie een astronomisch aantal dat niet als erg realistisch zou worden gezien. Maar het lukte Bert om dat aantal te halen waarbij in korte tijd de hele Zuiderpolder uit de grond werd gestampt. Inclusief architectonische hoogstandjes.

Als wethouder had hij het vermogen om woorden om te zetten in daden. Hij kon goed praten maar was vooral ook een doener.  Dat zagen we ook toen hij burgemeester werd van zijn geliefde Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Onder zijn leiding is er in korte tijd veel tot stand gebracht.  Als burgemeester van onze buurgemeente klopte zijn hart voor Haarlem overigens nooit minder snel.

Elk jaar zaten we tijdens Koninginnedag gebroederlijk naast elkaar bij de aubade in Spaarndam waarbij Bert het lied over de klokken van Haarlem uit zijn hoofd kende en het uit volle borst meezong.

Ook had ik het genoegen om een aantal jaren naast Bert te zitten in de gemeenteraad in Haarlem en later in de Provinciale Staten. In de raad was hij een oude rot en ik een nieuwkomer die nog veel moest leren. Na een betoog kreeg ik soms een compliment, maar toen ik eens stelde dat het goed zou zijn om ergens consensus over te bereiken beet hij me toe dat ik niet van die moeilijke woorden moest gebruiken. Dat was niks voor mensen van de PvdA.

Zijn kotter de Mor Mara was in die tijd zijn lust en zijn leven. Toen hij wethouder af was en weer raadslid werd, kreeg de toenmalige fractievoorzitter Jan Haverkort regelmatig Scheveningen Radio aan de lijn. De heer Bruijn liet via de boordradio doorgeven dat het helaas niet zou lukken om vanavond de vergadering bij te wonen.  En dat werd hem gegund.

Met dezelfde passie als die voor het kotterzeilen, de Volkshuisvesting en het burgemeesterschap, bouwde hij zijn huis in Mutare. Dromen omzetten in daden! Daar was hij goed in.

Wat hadden wij hem en Collen en hun kinderen daar nog veel goede en gelukkige jaren gegund. Het kon er niet meer van komen. Wat rest is dank voor de vriendschap Bert, en dank voor je bijdrage aan onze stad Haarlem.

De klokken van Haarlem tingelen door.

En zoals de laatste strofe van het lied luidt: en over de velden sterft de echo van het geluid langzaam, langzaam uit.

Bernt Schneiders

Lees hier het In Memoriam voor Bert Bruijn door Erwino Ouwerkerk