Door op 28 oktober 2013

Lijsttrekkersdebatten – een impressie

Sinds afgelopen weekend mogen de leden van de PvdA in Haarlem stemmen op één van de twee kandidaten voor het lijsttrekkerschap: Jeroen Fritz of Moussa Aynan.
Om zich te presenteren aan de achterban zijn beide kandidaten de afgelopen twee weken drie keer met elkaar in debat gegaan. Als geïnteresseerd lid heb ik deze bijeenkomsten bezocht. En het moet gezegd: er valt iets te kiezen. Niet dat beide kandidaten op hoofdthema’s sterk met elkaar verschillen. Dat zou ook vreemd zijn. Ze zijn immers lid van dezelfde partij. Wel vallen er duidelijke accentverschillen en prioriteiten waar te nemen. Deze kwamen goed tot uitdrukking tijdens deze bijeenkomsten. De bijeenkomsten zijn dan ook zeker behulpzaam geweest bij het bepalen van een keuze voor één van de twee kandidaten.

Het bestuur en beide kandidaten verdienen daarvoor een groot compliment. Beide kandidaten verdienen daarbij zeer veel respect voor de moed om hun nek uit te steken. Al vind ik het een gemis dat zich geen vrouwelijke lijsttrekkerskandidaten hebben gemeld. Emancipatie moet niet alleen met de mond worden beleden, maar ook in daden worden omgezet. Maar dat is voor de toekomst. Voor nu beperk ik me tot een weergave van enkele van mijn waarnemingen tijdens de drie debatten.

Voor het eerste goedbezochte lijsttrekkersdebat was Richard Stekelenburg van het Haarlems Dagblad bereid gevonden om de discussie in goede banen te leiden. Dat deed hij prima. Aan het begin van het debat kregen beide kandidaten de gelegenheid om zich kort te presenteren.

Al gauw werd het verschil tussen beide kandidaten duidelijk. Jeroen Fritz profileert zich als de man met bestuurlijke ervaring die de klappen van de zweep op het stadhuis kent. Hij benadrukt vooral het belang van het fractievoorzitterschap. Moussa Aynan zette zich in de eerste plaats neer als een gepassioneerde lijsttrekker die zich richt op de achterban van de PvdA en de partij wil profileren op basis van uitgangspunten. Moussa Aynan benadrukte daarbij het belang om de PvdA weer tot de grootste partij van Haarlem te maken.

Uiteraard wil dit niet zeggen dat Jeroen Fritz geen gepassioneerde PvdA’er is en Moussa Aynan geen gedegen bestuurder. Beide hebben die kwaliteiten ook in huis. Maar het beeld dat beiden uitdragen is op dit punt toch behoorlijk onderscheidend.

Ook naar aanleiding van de vraag aan welke partij ze de voorkeur geven om mee samen te werken, bleken kleine verschillen. Waar Jeroen Fritz aangaf lokaal de voorkeur te geven aan het CDA boven de VVD, ligt dat voor hem landelijk anders en sprak hij zijn voorkeur uit voor de VVD ten faveure van het CDA. Moussa Aynan sprak een duidelijke, onvervalste voorkeur uit voor een linkse samenwerking waarbij het CDA als een belangrijke lokale partner ziet. Moussa Aynan kiest scherper voor een links profiel van de PvdA terwijl Jeroen meer benadrukt dat er coalities moeten worden gevormd.

Beide kandidaten verschillen ook enigszins in hun beleidsprioriteiten. Jeroen Fritz noemde desgevraagd veiligheid en economie als belangrijke punten. Moussa Aynan richt zich meer op de klassieke thema’s van de PvdA en stelt als eerste prioriteit te willen voorkomen dat Haarlemmers door de crisis helemaal kopje ondergaan. Verder ziet hij onderwijs als belangrijk speerpunt.

De beide kandidaten presenteerden zich uitstekend al was de nervositeit soms zichtbaar en lieten ze ook her een der ook een steekje vallen. Zo liet Moussa Aynan zich ontvallen dat mensen maar op de VVD moeten stemmen als zijn opvattingen over verhoging van parkeergelden ze niet aanstaan. Geen handige uitlating voor een lijsttrekker die de PvdA weer de grootste partij van Haarlem wil maken en als ambitie heeft om 11 zetels te halen. Jeroen Fritz maakte ook een behoorlijke mispeer door uit besloten fractieberaad te klappen over vermeende opvatting van zijn college kandidaat lijsttrekker Moussa Aynan. Niet handig voor iemand die zich juist als ervaren bestuurder en degelijke fractievoorzitter presenteert.

Verder was er nog een opvallende inbreng van één van de zittende fractieleden. Ze deed gewag van haar ervaringen in de fractie met kandidaat lijsttrekker Moussa Aynan. Nog afgezien van de vraag of het een adequate weergave van die ervaringen betreft, is dat voor de leden niet controleerbaar. Het kwam op mij dan ook niet erg chique over. Moussa Aynan reageerde echter zeer volwassen op deze inbreng en gaf daarmee blijk in elk geval uit het juiste fractievoorzitterhout te zijn gesneden.

De wat minder druk bezochte bijeenkomsten in Schalkwijk en Haarlem Noord bleken vooral een voortzetting van het eerste debat. Hoewel er via een thematische aanpak wel voor een andere invulling is gezorgd, bleken ook de inhoudelijke verschillen op het gebied van leefbaarheid en jongeren beperkt. Het grote verschil is de wijze waarop beide kandidaten zichzelf en daarmee de PvdA profileren en de verkiezingen denken te kunnen winnen. Als ik dat verschil zou moeten samenvatten dan kan dat misschien het beste met de volgende stelling: ‘stad of stadhuis’. Aan de leden van de PvdA de keuze.