16 juni 2019

Haarlem doet toch niet mee aan wietexperiment

Bij de verkoop van softdrugs verkeren we in Nederland in een schizofrene situatie. We gedogen dat er softdrugs verkocht worden maar coffeeshophouders zijn voor de aanvoer daarvan aangewezen op het illegale circuit. 

Het kabinet Rutte-II is gekomen met voorstellen om in een beperkt aantal gemeenten te gaan experimenteren met legaal geteelde wiet. Op basis van een mede door de PvdA ingediende motie heeft Haarlem zich indertijd aangemeld voor dat experiment. Daarbij was voor de Raad belangrijk dat we dat alleen wilden in nauwe samenwerking en afstemming met de coffeeshophouders. Immers, het Haarlemse coffeeshopbeleid is al jarenlang een voorbeeld voor andere gemeenten, mede vanwege de goede samenwerking tussen gemeente en sector.

Het Rijk heeft er lang over gedaan om te komen met de voorwaarden waaronder die experimenten gehouden zouden mogen worden. In dat proces heeft de burgemeester steeds goed overleg gehad met de coffeeshophouders. Uiteindelijk bleek dat de door het Rijk gestelde voorwaarden voor de coffeeshophouders niet aanvaardbaar waren. Zo zou het verboden zijn om nog hasj te verkopen. Ook voorgedraaide joints moesten uit het assortiment  verdwijnen. Tenslotte zou ook het aantal soorten wiet beperkter zijn dan thans. Daarbij wijzen zij terecht op het risico dat daardoor de illegale straathandel weer een nieuwe impuls zou krijgen.

Hiermee ligt de vraag voor hoe zinvol het is om mee te doen aan een experiment waarvoor bij de direct betrokkenen geen enkel draagvlak bestaat en waar het risico van een weer opbloeiende straathandel levensgroot is. In de vergadering van de Commissie Bestuur van donderdag 13 juni 2019 was er dan ook unanieme steun voor het afmelden van Haarlem als participant aan dit experiment.

Politiek wordt het een interessante vraag wanneer wij in Nederland het voorbeeld van Uruguay, sommige staten in de VS en Luxemburg gaan volgen.

Bas Sepers

16 juni 2019