Door Remy Wilshaus op 19 juni 2015

Buurtbedrijf in oost: werken aan werk én een leefbare buurt

Via het buurtbedrijf Haarlem-oost doen Haarlemmers werkervaring op. Ondertussen leveren zij met hun werk een bijdrage aan een schone en leefbare buurt. Projectleider Hans Verweij en wethouder Joyce Langenacker vertellen over het buurtbedrijf.

De werkzaamheden van het buurtbedrijf zijn divers. Elke dag wordt er bijvoorbeeld voor gezorgd dat in dit deel van de stad het zwerfvuil is opgeruimd en de portieken zijn geveegd. Daarnaast worden er bij particulieren kleine klusjes in en rond het huis gedaan en wordt er een bijdrage geleverd aan het onderhoud van woningen. Zo krijgen Haarlemmers de kans om werkervaring op te doen én blijft de wijk leefbaar.

Wethouder Joyce Langenacker (PvdA) is enthousiast: “Het buurtbedrijf biedt structuur en perspectief aan Haarlemmers die soms al langere tijd zonder werk zijn en nu weer, soms in hun eigen wijk, aan de slag kunnen. Dat is zeer te loven.” Het buurtbedrijf is begin 2013 opgericht op initiatief van de Haarlemse woningcorporaties Ymere, Pré Wonen en Elan Wonen, de gemeente Haarlem, Paswerk en Spaarnelanden. Het bedrijf is actief in verschillende buurten in Haarlem-oost en Schalkwijk.

Hans Verweij is projectleider van het buurtbedrijf en vertelt dat mensen via het buurtbedrijf nieuwe werkervaring opdoen en zo bijvoorbeeld uit de bijstand kunnen komen. “We zijn nu twee en een half jaar bezig. In die tijd zijn 16 mensen via ons weer aan het werk gekomen en zijn er drie jongeren weer begonnen aan een opleiding.” Mensen komen via verschillende instanties en organisaties bij het buurtbedrijf binnen. Het zijn mensen die een traject hebben op zoek naar werk. Verweij: “Zij moeten zich hier thuis voelen. Het buurtbedrijf moet voor hen een trampoline zijn naar een baan.”

Alhoewel Verweij trots is op het aantal mensen dat via het buurtbedrijf aan het werk is gekomen zijn er ook zorgen over verdringing op de arbeidsmarkt en over de financiering van het buurtbedrijf. “We moeten natuurlijk oppassen dat we geen ander werk in de buurt verdringen, dat we het werk van de schilder bijvoorbeeld niet overnemen als wij een muur staan te sausen bij iemand thuis. Tegelijkertijd moet er voor onze mensen voldoende ruimte zijn om werkervaring op te doen, daar hebben de werkgevers later ook weer profijt van. Dat houden we dus in de gaten.” Het financieringsdeel vanuit de gemeente voor dit samenwerkingsproject is sinds kort op basis van cure no-pay. Waarom hiervoor is gekozen begrijpt Verweij niet, het buurtbedrijf heeft immers succes met het aan het werk helpen van deelnemende vrijwilligers. Wethouder Langenacker vertelt te hebben gezocht naar mogelijkheden om financieel bij te dragen. “We hebben de afspraak gemaakt dat het buurtbedrijf een vergoeding ontvangt wanneer mensen geen uitkering meer nodig hebben.”

Verweij vertelt dat het niet altijd mogelijk is om voldoende mensen te laten instromen in het buurtbedrijf. Hij vertelt: “Dat is vreemd in een tijd waarin het aantal Haarlemmers dat werk zoekt juist groeit. Drie of vier extra mensen zou het buurtbedrijf al uit de brand helpen om ons werk te doen.” Om dit te regelen zou Verweij hiervoor het liefst zelf contact leggen met de gemeente, maar hij wordt doorverwezen naar Paswerk en de instroom via die route loopt niet goed. Langenacker vertelt dat het reïntegratiebureau via de afdeling sociale zaken kandidaten voor werk doorgestuurd krijgt. Geschikte kandidaten worden vervolgens naar het buurtbedrijf doorgestuurd. De wethouder: “We zijn overigens wel aan het kijken hoe we nog sneller mensen met een uitkering aan het werk kunnen helpen in hun eigen buurt als daar een buurtbedrijf actief is.”

Langenacker vertelt over soortgelijke initiatieven op andere plekken in de stad. “We hebben in Schalkwijk de Kas en ook een werkbedrijf. Daarnaast zijn er in de wijken ook allerlei initiatieven van stichtingen of bedrijfjes die werk voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt mogelijk maken.” Ondertussen blijft zij zich inzetten voor het aan het werk helpen van Haarlemmers die daar een steuntje in de rug bij kunnen gebruiken.

Tijdens ons gesprek krijgt Verweij een telefoontje. Hij zoekt nieuwe mensen die meewerken in het buurtbedrijf en er zit schot in de zaak: “Fingers crossed, hopen dat het lukken gaat.”



Dit artikel maakt onderdeel uit van De Vooruit, een sociaal-democratisch online nieuwsplatform. Het uiteindelijk doel van De Vooruit is om de verhalen, ervaringen en dromen van mensen onder woorden te brengen. Hun verhalen vormen de basis van ons politieke werk. Ze zetten ons aan het denken en zorgen er voor dat we in actie komen. Waar nodig of mogelijk leggen we de verbinding met onze ombudsteams, die mensen snel en deskundig met raad en daad bijstaan.